Kunsthars in het bloed

Bij ABBI hebben we al meer dan 30 jaar ervaring in kunstharstechnieken, gaande van gietvloeren, betonherstellingen, gevelwerken, terrasrenovaties tot vochtbestrijding.

Grootvader Georges Buys richtte in 1988 het huidige ABBI op. Nu telt het familiebedrijf bijna 50 werknemers, beschikt het over meer dan 1.000m² magazijnruimte en is er naast de burelen en toonzaal in Niel ook een exclusieve kijkwoning in Knokke bijgekomen. Vandaag werken in het bedrijf Georges Buys (oprichter), Rudy Buys (tweede generatie) en Tim Buys (derde generatie), een uniek gegeven in de kunstharssector!

Hoe is het allemaal begonnen?

Georges: ABBI Is eigenlijk in 1986 gestart als éénmanszaak die we in 1988 hebben omgevormd tot een BVBA. Ik werkte toen als vertegenwoordiger voor een producent van kunstharsen en er was een enorm tekort aan plaatsingsbedrijven. Epoxy was toen nog een vrij nieuw begrip snap je? Van PU was er toen zelfs nog geen sprake. Om dat tekort op te vullen heb ik ABBI opgericht, samen met mijn oudste zoon Ivo. Een jaar later is mijn andere zoon Rudy mee in het bedrijf gestapt. Door de enorme vraag waren we al snel verplicht om ook arbeiders in dienst te nemen en dan is het eigenlijk heel snel gegaan.

Rudy: Bij de initiële samenwerking met mijn broer stelden wij vast dat we andere visies hadden waardoor er keuzes moesten gemaakt worden. Werken met familie is niet altijd evident, net zoals in een gewone familie niet iedereen elke dag evengoed overeenkomt. Dit heeft ertoe geleid dat ik toen zijn deel van het bedrijf heb overkocht. Naast de firma komen wij wel goed overeen en het gekke is dat zijn zoon Tim, de 3de generatie is binnen ABBI. Het is zo belangrijk om als leidinggevende op dezelfde golflengte te zitten. Met mijn vader lukt dat vanzelf en ook Tim en ik werken probleemloos samen. Lachen en zwansen maar serieus zijn wanneer het moet. Elkaar moeiteloos begrijpen is zo belangrijk. Net zoals dezelfde toekomstvisie delen binnen het bedrijf dat is.

Uit de oude doos

Tim: Ik heb nooit anders geweten dan dat ABBI een deel van mijn leven was. Ik ben er letterlijk mee opgegroeid. Sinds kinds af ging ik mee naar fabrieken, toen mocht dat nog, en naar magazijnvloeren. Ivo zat toen nog mee in het bedrijf en het was de normaalste zaak van de wereld voor mij. Ik was nog maar negen jaar en ik was mee tape aan het verwijderen bij klanten. Ook meerijden met mijn grootvader naar de Ford fabriek in Genk en effectief mee binnenwandelen om te gaan opmeten, zonder dat iemand hier iets van zei. Vandaag zou je dat niet meer voor elkaar krijgen.

Sinds mijn 15 deed ik vakantiewerk bij ABBI, ook al zat mijn vader toen niet meer in het bedrijf. Als logische stap ben ik dan ook na de middelbare school onmiddellijk bij ABBI gestart als arbeider om nadien door te groeien tot vertegenwoordiger en uiteindelijk ook effectief in het bedrijf te stappen.

 

Groepsfoto januari 2019

Hoe groeide ABBI van een kleinschalig bedrijf uit tot een heuse KMO met 46 arbeiders?

Georges: Eigenlijk op een natuurlijke manier. Onder impuls van de markt en de klanten die wisten dat we goed werk leverden en reclame maakten voor ons. Op die manier liepen de bestellingen binnen en werden we verplicht van telkens nieuwe mensen aan te nemen en nieuwe mensen op te leiden. Dit is feitelijke verhaal van onze groei. Hierbij hebben we onszelf in het allerbegin wel de vraag gesteld: “moet dit zo snel gaan?”  Maar eigenlijk hadden we simpelweg geen keuze.

Tim: Het geheim van ons succes zit hem ook in het familiale. Dit leidt bij ons rechtstreeks tot een positieve bedrijfscultuur die wordt doorgetrokken tot op de werkvloer. Een bedrijf waar het aangenaam werken is trekt aan. Het management bestaat uit familie, maar ook daarbuiten zien wij hier een herhaling van. Tussen onze arbeiders zitten veel bloedverwanten. Zo hebben wij maar liefst 9 arbeiders die een familielid hebben geïntroduceerd in het bedrijf en die hier enkele jaren later nog steeds werkzaam zijn. Naast familiebanden zijn er ook veel werknemers die vrienden hebben overtuigd om bij ons te komen werken. Samengeteld maken zij bijna de helft uit van het totale aantal arbeiders momenteel in dienst. Zulke zaken doen zich niet voor in een bedrijf waar je als werknemer ongelukkig bent.

 

Beginjaren ABBI

Is er veel veranderd sinds de oprichting tot nu?

Georges: Uiteraard! De organisatie alleen al. In het begin van ons bestaan moest 1 iemand 27 taken alleen uitvoeren, waartegenover momenteel de taken verdeeld worden. Dat is de evidentie zelf. We zijn eigenlijk gegroeid naar een organisatie zoals ik deze gekend heb in mijn legertijd. Het leger was overgeorganiseerd maar ook hier bij ons zorgt de organisatie ervoor dat alles vlot loopt. Ik vind het mooiste voorbeeld het laden en lossen op maandagochtend. Als je ziet dat hier dan ongeveer 25 camionetten staan en hier 45 man rondloopt dewelke op een klein uur allemaal de baan op zijn, gelost en geladen, dan ben ik telkens opnieuw onder de indruk. Het vergt een inspelen van alle actoren, inbegrepen onze magazijnier en onze werfleiders. Deze mensen zijn telkens om 05:30u toch al aanwezig op het bedrijf om alles in goede banen te leiden. Ik heb hier enorm veel respect voor.

Januari 2019

Tim: Ja gigantisch veel. De maatschappij op zich is veranderd. Ze is sneller en veeleisender geworden. Het begrip gietvloer is ondertussen ook al veel meer ingeburgerd. Vroeger moesten we aan potentiële klanten uitleggen wat kunsthars was en wat het precies inhield en wat de voor- en nadelen waren. De dag van vandaag is de klant veel beter ingelicht en gaat de informatiestroom veel sneller. We moeten meer anticiperen en de tolerantie is ook kleiner geworden ten opzichte van vroeger. Toen ik bij ABBI ben beginnen werken werden gietvloer bijvoorbeeld niet in een huiselijke omgeving geplaatst en werd een epoxygietvloer niet standaard voorzien van een toplaag. Nu is de helft van ons cliënteel particulier en is er keuze uit verschillende afwerkingsmogelijkheden.

Hoe kijk je terug op je carrière bij ABBI?

Rudy Buys

 

 

Rudy: Ik zou het niet anders doen dan hoe ik het gedaan heb. Verhalen van bedrijven die 100 mensen in dienst hebben, of die meer omzet draaien, nee dat doet me niet veel. Het is goed zoals het is. Ik ben fier op wat we gerealiseerd hebben en het is beheersbaar. Nog groter worden zou aanpassingen vergen en daarin zouden we onze familiale aanpak dreigen te verliezen, dat is het mij niet waard.

 

 

 

Georges Buys

 

 

Georges: Ik denk dat we geluk hebben gehad met de medewerkers die we hebben rondlopen. Het is ons team die ons maakt tot wie we vandaag zijn. Je moet het zo bekijken, we hebben een hoop mensen binnengehaald waar een hoop ideeën zijn uitgekomen. Door het binnenhalen van deze verschillende mensen, nog in de eerste plaats onze arbeiders op de werkvloer en daarbovenop een aantal arbeiders die bij ons zijn kunnen doorgroeien naar een bedienden functie, maken dat ons bedrijf draait zoals het dat vandaag doet. Ik denk dat we voor het grootste deel van onze mensen een korpsgeest hebben, zoals we dat vroeger in het leger noemden. Iets dat zelfs onze klanten opmerken. Dat is het enige dat ik altijd spijtig heb gevonden, dat zijn grote klanten die vandaag niet meer bestaan. De ondergang van Opel, General Motors, nog meer spijt van de Ford in Genk, enzoverder. Gigantische klanten waar we gigantische werken hebben mogen uitvoeren… Dat zijn zaken waar ik vaak aan terugdenk tijdens mijn dagelijkse wandelingen met mijn hond.

 

Tim Buys

 

Tim: Voor mij is mijn traject bij ABBI een leerproces geweest. Zoals eerder gezegd ben ik opgegroeid met kunsthars. Het zit bijna letterlijk in mijn bloed. Ik heb eerst gietvloeren leren plaatsen in al zijn verschillende facetten om deze vervolgens advies te geven aan onze cliënteel en hen oplossingen aan te reiken voor hun problemen. Nadien ben ik in een leidinggevende functie gerold. Je zou denken dat in een familiebedrijf er veel opvang voorzien is voor de jongste generatie, doch niets is minder waar. Doordat de verwachtingen hoog waren voor ik goed en wel begonnen was, werd er vanuit gegaan dat je alles al kan. Dus leer je al doende. Ondertussen loopt dit uiteraard allemaal vlot en het vangnet van de twee andere generaties is altijd aanwezig geweest. Sowieso hebben we bij ABBI de reflex om veel overleg te plegen. Niet voor niets houden wij elke woensdag een vergadering met onze voltallige kantoor-ploeg, in veel beslissingen van het bedrijf worden ook zij om hun mening gevraagd.

 

Waarin onderscheid ABBI zich tegenover andere plaatsingsbedrijven?

Georges: Goeie vraag! Als ik mijn collega’s concurrenten zie, dan denk ik dat wij meer bekendheid hebben. We zijn immers het oudste bedrijf gespecialiseerd in gietvloeren in België. Epoxyvloeren 31 jaar geleden, dat was een innovatie tot en met! Polyurethaan is dan nog eens +/- 5 jaar later pas ontstaan. Als ik erover nadenk, het eerste potje epoxy dat ik ooit geopend heb was in de 4 armen-tunnel in Brussel. Een potje van 2,5 kg genaamd Mecanox UA van Shell. Een potje dat je bij elkaar moest mengen voor gaten die we geboord hadden om wapeningsstaven te verankeren. Ik spreek hier over het jaar 1974! (ik was toen werkzaam bij het toenmalige Sogreta) Dat was eigenlijk de start van de kunstharsen, hoewel het even geduurd heeft voor het echt op gang is gekomen.

Ik heb in die periode ook veel geleerd van Professor Van Gemert uit Leuven. Hij was de toenmalige promotor van kunstharsen in heel Europa. Hij ging bij wijze van spreken het pompwater in Amerika halen om het hier aan de man te brengen. Destijds hebben wij met hem veel werken uitgevoerd.

Wat ons ook onderscheid volgens mij is ons grote gamma. Onze differentiatie is een van onze sterktes. Wij hebben mensen rondlopen die in meerdere zaken gespecialiseerd zijn. We kunnen dus ook gemakkelijk inpikken op vragen van onze vaste klanten. Onze echte corebusiness blijft natuurlijk de gietvloeren, maar het zinnetje “kan je dat ook ineens meepakken” blijft zich toch vaak herhalen. Net omdat ons vast cliënteel weet dat we dat kunnen, extra’s meepakken.

Rudy: Kwaliteit, klantvriendelijkheid? Ik denk dat ons familiale verder reikt tot zelf onze communicatie met onze klanten toe. Veel van mijn vaste klanten zijn ondertussen meer dan klant alleen. Enkelen van hen zie ik ook buiten het werk om. Dit is door de jaren heen zo gegroeid.

Een bedrijf zoals het onze draait trouwens niet op ons alleen, dat doe je met alle werknemers samen. Het is als team dat je het verschil maakt. En die teamspirit vertaalt zich in alles wat wij doen denk ik.

Tim: Directe communicatie en een losse sfeer. Niet altijd duidelijk voor de buitenwereld maar wij hebben een redelijk horizontale structuur waardoor er tussen de arbeiders, bedienden en management slechts een klein verschil zit. Hierdoor kan er efficiënt en open worden gecommuniceerd, iets wat zich verder vertaald in onze communicatie naar onze klanten toe.

 

Hoe kijken jullie naar de toekomst?

Georges: Ik denk dat het goed in de hand wordt gehouden door de jongste generatie. Ik ga er vanuit dat zij ook zullen werken naar goeie opvolging, alles is immers eindig. Ik ben zelf te laat beginnen nadenken over een aantal zaken. Sommige dingen zou ik dan toch anders hebben gedaan. Als ik bekijk hoe Rudy de investeringen aanpakte, daar heeft hij lessen uit geleerd. Tim heeft die lessen meegenomen in de huidige beslissingen, daar ben ik echt trots op. Ik ben daar vroeger te voorzichtig in geweest.

Rudy: Ik zie mezelf nog niet stoppen. Al zie ik mijzelf niet blijven werken zoals ons vader, 1 keer op vakantie per jaar is dan toch te weinig. Hij is nog van de generatie ‘blijven gaan’. Een beetje gas terug nemen op gepaste tijden is alleszins het plan in de toekomst (lacht).

Sowieso is werken met de volgende generatie een zaligheid. Over veel zaken hoef ik mij niet meer druk te maken, dingen die ik niet meer hoef te regelen of zelfs over moet nadenken. Tim heeft op dat gebied zichzelf bewezen, dat is leuk werken. Het is een zalig gevoel dat het blijft lopen, en na deze generatie volgt er ongetwijfeld nog een.

Tim: Zoals iedereen denk ik? Een uitdaging en ook als opportuniteit. Om nog verder in te zetten op de lange termijn relatie met onze klanten enerzijds en anderzijds blijven investeren in opleidingen en begeleiding van onze mensen om een zo hecht mogelijke ploeg te behouden. Om mee te blijven gaan met de huidige trends en technieken moet je altijd alert zijn naar kleine wijzigingen op de markt. Achterovergeleund zitten wachten is nooit onze stijl geweest.

 

 Interesse in één van onze specialiteiten? Contacteer ons vandaag nog!

Terug naar blog overzicht